Detacheerder van gekwalificeerd zorgpersoneel X is verplicht aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds voor de uitzendbranche StiPP. Dat adviseert advocaat-generaal Van Peursem de Hoge Raad. Eerder vond de kantonrechter dat van een verplichting geen sprake was. Het Amsterdamse hof vond in hoger beroep van wel. Beslissend in deze zaak is de uitleg van de wettelijke term ‘uitzendovereenkomst’  in het Burgerlijk Wetboek (art. 7:690 BW).
Voor de civiele kamer van de Hoge Raad spelen in deze zaak twee vragen:
1) Is voor een uitzendovereenkomst nodig dat de detacherende werkgever vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar brengt (een ‘allocatiefunctie’ heeft) en wat houdt dat precies in?
2) Staan de uitgezonden werknemers van X onder ‘leiding en toezicht’ van de opdrachtgevers van X (inleners van personeel)?
De AG adviseert over 1) dat een traditionele allocatiefunctie zoals bij klassieke uitzendbureaus – tijdelijke opvang van piekbelasting en ziekteverzuim niet nodig is. Beslissend is of X bedrijfsmatig personeel detacheert bij opdrachtgevers onder leiding en toezicht van die laatsten. Dat kunnen ook andere detacheringsvormen zijn, als maar van een vorm van ‘allocatie’ in deze laatste ruime zin sprake is.
Ook falen volgens de AG de klachten over het wettelijk voorgeschreven gezagsvereiste bij de inleners van X, zodat het oordeel van het hof dat sprake is van leiding en toezicht bij de inleners in stand kan blijven.
In een belastingzaak over premiesectorindeling van een payroll-bedrijf adviseerde advocaat-generaal Wattel ook over de vraag  of voor een uitzendovereenkomst in het Burgerlijk Wetboek een ‘allocatiefunctie’ nodig is. Beide advocaten-generaal , die tot een vergelijkbare algemene analyse van de term ‘allocatiefunctie’ komen,  geven de civiele en de belastingkamer van de Hoge Raad in overweging de uitspraken in beide zaken waar mogelijk af te stemmen met het oog op de rechtseenheid.
Een conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat te volgen of niet. De Hoge Raad verwacht op 23 september 2016 uitspraak in deze zaak te doen.
Bron: www.rechtspraak.nl

Er vinden op het moment veel veranderingen plaats op het gebied van payrolling. Zo is minister Asscher van Sociale zaken en Werkgelegenheid voornemens een Payrollwet in te voeren. De gevolgen voor de payrollbranche zullen aanzienlijk zijn. De wet heeft namelijk tot doel dat payrollwerknemers dezelfde rechten krijgen als vaste werknemers. Hieronder zullen een tweetal belangrijke wijzigingen toegelicht worden.
 
Allocatiefunctie
De belangrijkste verandering die de wet met zich brengt is dat aan payrollondernemingen voortaan de eis wordt gesteld dat ze een allocatiefunctie zullen dienen. Dit houdt in dat payrollonderneming vraag en aanbod met betrekking tot arbeid gericht bij elkaar moeten brengen.
 
Ontslagbescherming
Per 1 januari 2015 hebben payrollwerknemers dezelfde ontslagbescherming als werknemers die rechtstreeks bij de werkgever in dienst zijn. Tevens mag een opdrachtgever niet binnen 26 weken na het ontslag van een payrollmedewerker, een nieuwe werknemer aannemen voor dezelfde werkzaamheden als voor welke de payrollmedewerker was ontslagen.
 
Contact
Heeft u vragen met betrekking tot payrolling, dan kunt u contact met ons opnemen. Onze advocaten kunnen u direct voorzien van adequaat advies. Ook kunnen wij u in gerechtelijke procedures bijstaan. Kortom, mocht u vragen hebben, schroom dan niet contact met ons op te nemen. info@finaf.nl / 023 30 30 7 30

Vanaf 1 januari 2015 zal het arbeidsrecht op de schop gaan als gevolg van de nieuwe Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Deze wijzigingen hebben niet alleen grote gevolgen voor het reguliere arbeidsrecht (voor een overzicht van deze wijzigingen klik hier), maar ook voor de uitzendbranche. Hieronder volgende de belangrijkste wijzigingen voor uitzendondernemingen:
Uitzendbeding
Het is straks niet langer mogelijk om het uitzendbeding gedurende een periode van meer dan 78 weken te hanteren  in een uitzendovereenkomst (of payrollovereenkomst). Dit heeft dus grote gevolgen voor uitzendondernemingen die aangesloten zijn bij de NBBU dan wel de NBBU-cao hanteren. Op basis van deze cao is het momenteel immers mogelijk om gedurende een periode van 130 weken het uitzendbeding toe te passen.
Omdat er voor de NBBU-cao overgangsrecht zal gelden, kan het uitzendbeding in overeenkomsten waarop de NBBU-cao van toepassing is, tot 1 januari 2016 130 weken van kracht blijven. Daarna is het aldus opletten geblazen.
Voor uitzendovereenkomsten waarop de NBBU-cao niet van toepassing is, geldt dat het uitzendbeding maximaal 26 weken toepast kan worden, tenzij bijvoorbeeld de ABU-cao van toepassing is. Op basis van deze cao kan kan het uitzendbeding gedurende een periode van 78 weken overeengekomen worden.
Ketenregeling
Momenteel ontstaat er van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, indien er binnen een tijdsbestek van 3 jaar 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden gesloten. Hierbij geldt dat er tussen de overeenkomsten geen langere periode dan 3 maanden verstreken mag zijn.
Vanaf 1 juli 2015 wijzigt deze regel. Dan is het nog slechts mogelijk om 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd te sluiten gedurende een periode van 2 jaar, waarna er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Daarnaast gaat er pas een nieuwe reeks met arbeidsovereenkomst lopen op het moment dat er een periode van 6 maanden of langer is verstreken.
Bij cao kan er afgeweken worden van deze ketenregeling. Zo is er in de NBBU-cao bepaald dat een uitzendkracht gedurende een periode van 4 jaar 6 tijdelijke contracten mag krijgen, alvorens er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Hetzelfde geldt voor de ABU-cao.
Uitsluiting loondoorbetaling
Op grond van de wet kan het betalen van loon gedurende een periode van 26 weken worden uitgesloten, indien de werknemer geen arbeid voor de werkgever verricht. Bij cao kon deze periode worden verlengd, hetgeen is gebeurd in bijvoorbeeld de NBBU- en ABU-cao.
Dit is vanaf 1 januari 2015 niet langer mogelijk. Vanaf dat moment kan het betalen van loon slechts worden uitgesloten voor een periode van 26 weken.
Inlenersbeloning
Op grond van de ABU-cao is het op dit moment mogelijk om 26 weken lang de inlenersbeloning uit te sluiten. Dat is vanaf 30 maart 2015 niet meer mogelijk; u dient de inlenersbeloning dan vanaf dag 1 toe te passen.
Overeenkomsten
Het is van groot belang dat u tijdig uw uitzendovereenkomsten aanpast op de nieuwe wetgeving. Indien u dat niet doet, loopt u namelijk grote risico’s. Wij zijn graag bereid uw overeenkomsten te herzien, desgewenst tegen vaste tarieven. U kunt ons direct mailen of bellen: vanviersen@siekmanstassen.nl / 023 554 16 93.
 
 

TOP