• Uitzendrecht – Advocaten voor de Uitzendbranche
  • Advocaat Uitzendrecht
  • Specialist
  • Nieuws
  • Contact

Uitzendrecht.nl | Advocaten voor de Uitzendbranche

  • Advocaat Uitzendrecht
+31(0)23 3030730
  • Home
  • Posts tagged "uitzendrecht"
 

Tag: uitzendrecht

Payrollonderneming is geen Uitzendonderneming

zaterdag, 23 april 2016 by Rick van Viersen
Een payroll-bedrijf geldt voor de premieheffing werknemersverzekeringen niet als een uitzendbureau. Dat adviseert advocaat-generaal Wattel de Hoge Raad.  In deze zaak betoogt de payroller dat hij geen uitzendbedrijf is, maar een (salaris-)administratiebedrijf, waarvoor een lagere premie geldt.
Werkgevers betalen premies werknemersverzekeringen waarvan de hoogte deels afhangt van het werkloosheidsrisico in hun sector van het bedrijfsleven. Er zijn 69 sectoren, waaronder één voor uitzendbedrijven (sector 52), die een hoge premie betalen.
Sinds enige tijd zijn payroll-bedrijven in opkomst. Hun dienstverlening kan uiteen lopen van het verzorgen van de salarisadministratie tot het overnemen van alle arbeidscontracten en daarmee het juridische werkgeverschap van het hele personeel van een bedrijf. De belanghebbende in deze zaak is een payroller van de laatstgenoemde soort. De vraag is of hij valt in sector 52 (uitzendbedrijven; hoge premie), of in de sector voor salarisadministratiebedrijven (sector 45; zakelijke dienstverlening III; lagere premie). Beslissend daarvoor is of de arbeidscontracten met de werknemers ‘uitzendovereenkomsten’ zijn zoals bedoeld in art. 7:690 van het Burgerlijk Wetboek. In de civielrechtelijke literatuur en rechtspraak bestaat onenigheid over de vraag of daarvoor van belang is of het payroll-bedrijf zich al dan niet bezig houdt met het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt (zogenoemde allocatie-functie). Vast staat dat de belanghebbende géén allocatiefunctie vervult, maar slechts mensen in dienst neemt die haar opdrachtgever zelf heeft geworven of al in dienst had, en ook dat zij bestaande arbeidscontracten ongewijzigd overneemt.
De AG constateert dat het bij de premiesectorindeling om het werkloosheidsrisico gaat en dat payroll-werknemers sinds 2015 – ook voor bestaande arbeidscontracten – dezelfde ontslagbescherming hebben als rechtstreekse werknemers van de opdrachtgever van de payroller. De belastingdienst heeft niet weersproken dat dat contractueel bij de belanghebbende ook in 2014 al het geval was. Nu de belanghebbende ook geen enkele allocatiefunctie vervult, hoort zij dan volgens hem niet in sector 52, maar in de premiesector van haar opdrachtgevers. Anders dan de belanghebbende wil, hoort zij dus volgens de AG evenmin in sector 45, want haar opdrachtgevers kunnen heel wel in andere sectoren dan zakelijke dienstverlening opereren, met een ander werkloosheidsrisico. De huidige regels laten echter geen gesplitste sectorindeling toe, maar schrijven bij werkzaamheden in uiteenlopende sectoren voor dat aangesloten wordt bij de sector waarin de werkgever de grootste premieplichtige loonsom betaalt. De feitenrechter heeft niet vastgesteld welke sector dat is, zodat de zaak volgens de AG terug moet naar de feitenrechter.
In een civiele zaak adviseerde ook advocaat-generaal Van Peursem over de allocatiefunctie. In deze civiele zaak gaat het om de vraag of een detacheerder van gekwalificeerd zorgpersoneel verplicht is aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds voor de uitzendbranche StiPP.  Ook daarvoor is van belang in hoeverre een allocatiefunctie is vereist voor een ‘uitzendovereenkomst’ als bedoeld in art. 7:690 BW. De beide advocaten-generaal komen tot een vergelijkbare algemene analyse van de term ‘allocatiefunctie’. Zij  geven de civiele en de belastingkamer van de Hoge Raad in overweging de uitspraken in beide zaken waar mogelijk af te stemmen met het oog op de rechtseenheid.
Een conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat te volgen of niet.
Bron: www.rechtspraak.nl
payrollingUitzendbureauuitzendrechtwerknemersverzekeringen
Read more
  • Published in payrollonderneming
No Comments

De allocatiefunctie: het hoge woord is eruit!

zaterdag, 23 april 2016 by Rick van Viersen
Detacheerder van gekwalificeerd zorgpersoneel X is verplicht aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds voor de uitzendbranche StiPP. Dat adviseert advocaat-generaal Van Peursem de Hoge Raad. Eerder vond de kantonrechter dat van een verplichting geen sprake was. Het Amsterdamse hof vond in hoger beroep van wel. Beslissend in deze zaak is de uitleg van de wettelijke term ‘uitzendovereenkomst’  in het Burgerlijk Wetboek (art. 7:690 BW).
Voor de civiele kamer van de Hoge Raad spelen in deze zaak twee vragen:
1) Is voor een uitzendovereenkomst nodig dat de detacherende werkgever vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar brengt (een ‘allocatiefunctie’ heeft) en wat houdt dat precies in?
2) Staan de uitgezonden werknemers van X onder ‘leiding en toezicht’ van de opdrachtgevers van X (inleners van personeel)?
De AG adviseert over 1) dat een traditionele allocatiefunctie zoals bij klassieke uitzendbureaus – tijdelijke opvang van piekbelasting en ziekteverzuim niet nodig is. Beslissend is of X bedrijfsmatig personeel detacheert bij opdrachtgevers onder leiding en toezicht van die laatsten. Dat kunnen ook andere detacheringsvormen zijn, als maar van een vorm van ‘allocatie’ in deze laatste ruime zin sprake is.
Ook falen volgens de AG de klachten over het wettelijk voorgeschreven gezagsvereiste bij de inleners van X, zodat het oordeel van het hof dat sprake is van leiding en toezicht bij de inleners in stand kan blijven.
In een belastingzaak over premiesectorindeling van een payroll-bedrijf adviseerde advocaat-generaal Wattel ook over de vraag  of voor een uitzendovereenkomst in het Burgerlijk Wetboek een ‘allocatiefunctie’ nodig is. Beide advocaten-generaal , die tot een vergelijkbare algemene analyse van de term ‘allocatiefunctie’ komen,  geven de civiele en de belastingkamer van de Hoge Raad in overweging de uitspraken in beide zaken waar mogelijk af te stemmen met het oog op de rechtseenheid.
Een conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat te volgen of niet. De Hoge Raad verwacht op 23 september 2016 uitspraak in deze zaak te doen.
Bron: www.rechtspraak.nl
ABUallocatiefunctieNBBUpayrollingUitzendbureauuitzendrecht
Read more
  • Published in ABU-cao, Allocatiefunctie, NBBU-cao, Payrolling, payrollonderneming, Payrollrecht, uitzendonderneming, Uitzendrecht
No Comments

Inlenersbeloning

woensdag, 23 april 2014 by Rick van Viersen

De inlenersbeloning is de beloning van een uitzendkracht, welke beloning gelijk is aan de beloning van een werknemer die in dienst is bij de opdrachtgever en een gelijke of gelijkwaardige functie heeft. Vaak ligt de inlenersbeloning hoger dan de beloning die de uitzendkracht normaal gesproken ontvangt van de uitzendonderneming.
Indien een uitzendkracht recht heeft op de inlenersbeloning, dan heeft hij recht op de volgende looncomponenten (mits de werknemer in dienst bij de inlener daar recht op heeft):
1. uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal;
2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting per week/maand/jaar/periode. Deze kan – dit ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en/of geld;
3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag;
4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij de opdrachtgever bepaald;
5. kostenvergoeding (voor zover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffng en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege de uitoefening van de functie);
6. periodieken, hoogte en tijdstip als bij de opdrachtgever bepaald.
Indien een uitzendkracht geen recht heeft op de inlenersbeloning, dan is het mogelijk dat hij minder verdient dan een collega die in vaste dienst is bij de inlener en daar precies dezelfde functie verricht, even oud is en daar even lang werkzaam is als de uitzendkracht.
Op grond van de NBBU-cao hebben uitzendkrachten recht op de inlenersbeloning vanaf de eerste werkdag. De ABU-cao verschaft de uitzendonderneming echter de mogelijkheid om gedurende een periode van maximaal 26 weken niet de inlenersbeloning toe te passen (artikel 19 lid 5 ABU-cao). Tot die tijd geldt dan het loon dat is opgenomen in de ABU-cao.
Vanaf 30 maart 2015 dient de inlenersbeloning vanaf dag 1 te worden toegepast!
 
 
 
 

Rick van Viersenuitzendrecht
Read more
  • Published in ABU-cao, inlenersbeloning, NBBU-cao, payrollonderneming, Rick van Viersen, uitzendonderneming, Uitzendrecht
No Comments

Doorgeleidingsplicht

maandag, 21 april 2014 by Rick van Viersen

De uitzendverhouding is geen reguliere arbeidsrelatie. Immers, er zijn niet twee (de werkgever en werknemer) maar drie partijen bij betrokken; het uitzendbureau, de uitzendkracht en de opdrachtgever (inlener). Aangezien de uitzendkracht werkzaam is op de werkvloer bij de inlener, heeft hij doorgaans weinig contact met zijn daadwerkelijke werkgever.
Het voorgaande laat onverlet dat de uitzendonderneming gehouden is om bepaalde informatie te delen met de uitzendkracht. Zo is hij gehouden om de uitzendkracht te informeren omtrent de arbeidsomstandigheden bij de inlener. Om deze informatievoorziening in goede banen te leiden, is er de zogenaamde doorgeleidingsplicht in het leven geroepen. Deze plicht komt erop neer dat de inlener bepaalde informatie dient te verstrekken aan de uitzendonderneming, die vervolgens op zijn beurt de uitzendkracht informeert.
Deze doorgeleidingsplicht is opgenomen in artikel 11 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi):

 “Degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt verschaft aan degene die ter beschikking wordt gesteld, informatie over de verlangde beroepskwalificatie en verstrekt aan die persoon de beschrijving, bedoeld in artikel 5, vijfde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, voordat de terbeschikkingstelling een aanvang neemt.”

De informatie die de werkgever moeten verstrekken op basis van artikel 5 lid 5 Arbeidsomstandighedenwet zijn:

1. de beschrijving uit de risico-inventarisatie en -evaluatie van de gevaren en risicobeperkende maatregelen;
2. de risico’s voor de werknemer op de in te nemen arbeidsplaats,

zodat de uitzendonderneming deze informatie kan verstrekken aan de uitzendkracht.
Kortom, de doorgeleidingsplicht roept verplichtingen in het leven voor zowel de uitzendonderneming, payrollonderneming als inlener. Let daar goed op!

doorgeleidingsplichtinleneruitzendrechtwaadi
Read more
  • Published in doorgeleidingsplicht, payrollonderneming, Rick van Viersen, uitzendonderneming, Uitzendrecht, waadi
No Comments

Over mij

Uitzendrecht.nl is een domeinnaam van FIN Advocaten & Fiscalisten. Wij houden kantoor in Hoofddorp en hebben jarenlange ervaring op het gebied van het uitzendrecht. U kunt ons benaderen met al uw vragen omtrent flexibele arbeid en reageren doorgaans al binnen 24 uur. info@finaf.nl / 023 30 30 7 30

Bel ons

023 30 30 7 30

Contactgegevens

Debbemeerstraat 14 | 2131 HE Hoofddorp | info@finaf.nl

TOP